woensdag 15 augustus 2012

Vier dagen naar buiten met weinig

Met weinig op stap. Ik besluit op het laatst om meer eten mee te nemen omdat ik verkouden ben: twee zakken Adventure food. Het is erg overzichtelijk zo weinig mee, ik hoef niet lang naar iets te zoeken. Eén van mijn doelen is om zoveel mogelijk zelf eten te verzamelen. 's Avonds vissen en overdag planten zoeken. En wat mensen treffen. Twee dagen met anderen en twee dagen alleen. Voor accommodatie is gezorgd.
Achteraf kan ik zeggen dat ik teveel meegenomen heb. De bijl heb ik niet gebruikt. En een zak Adventure food is mee terug gegaan naar huis evenals wat zakjes instant spul dat ik van D. zal krijgen. Hierover zo meer.
Dit gaat mee: EHBO setje, wollen slaapzak, mes, lepelmes, zaag, bijl, werkhandschoenen, doggybowl, kookpotje, houten lepel, plastic fles, pak meel, adventure food, snicker, lucifers, vuurslag, zelfgemaakte werphengel (PVC pijp), notitieboekje met potlood en wat leesvoer. 



Dag 1. Ik word gedropt door M. die op doorreis is. E. is al gearriveerd. We gaan een nieuwe hut bouwen. Eerst overleg: wat, waar en hoe. We komen er uit. Een groupshelter gaat het worden. Lekker warm voor in de winter. Warmer dan onze lean to. Het bouwen gaat sneller dan ik dacht. Ik help E. met de basisconstructie.
Later ga ik met de oude hut aan de slag. Een beetje opknappen hier en daar. Er is altijd wel wat te doen, net als 't huis. 's Avonds eten we ree van het spit, dat E. meegenomen heeft. Na het uitbuiken ga ik vissen. Het is genieten want het is een verstilde avond. Helaas geen bevers en geen vis. Om 10.00 duik ik m'n slaapzak in op een bed van hazelaar en riet.

Dag 2. Weinig geslapen. Het was koud. En ik moet acclimatiseren. Het is niet zoals thuis. Ik hoor geritsel van beestjes en vallende takjes. En er kwamen muggen op bezoek. Het waren er niet veel gelukkig. Misschien heeft de rook van het vuur de meeste verjaagd. Het is een slecht muggenjaar volgens mij.
Ik heb de hele dag hoofdpijn en het eten van wilgenblaadjes helpt niet. Na de bannock en dennenthee gaat E. verder met de nieuwe hut. Ik knap de oude op. Zwakke plekken herstellen. Ik wil een methode gebruiken met vers bladriet op basis van een plaatje uit het boek Als in het Stenen Tijdperk van Horeus de Haas. Leuk leesvoer trouwens voor mensen die van primitieve technieken houden. Het gaat over de voorbereiding en uitvoering van een leefexperiment met middelen en methoden uit het stenen tijdperk.
Ik loop te broeden en begin met het afbreken van een zijwand totdat D. en M. arriveren. Eerst eens flink bijpraten want we treffen mekaar niet vaak. D. gaat later tondelzwam verkolen en M. gaat luieren. 's Middags gaan we vissen nadat we afscheid hebben genomen van E. Wederom geen succes met de vangst. Maar wel twee ijsvogels gezien en gehoord. En we eten wat raap- of koolzaad. Het smaakt lekker fris koolig. De boys voeren me biscuits en mentos want ze vinden het zielig dat ik zo weinig eten bij me heb. Tegen de avond vertrekken ze. Ze geven me nog wat zakjes koffie, suiker, zout, bouillon, chocoladepoeder, sportdrank, soep en een pakje biscuits. Een welkome aanvulling. Na het uitzwaaien loop ik terug naar m'n kamp. Onderweg zie ik een grof soort gras met flinke zaden erin. Ik denk dat het oot of haver is. Ik eet de zaden op. Ik kan er bijna een kwartier op kauwen! Het is trouwens oppassen met gras en graan want er kan moederkoorn in zitten, een giftige schimmel. Heb ooit eens gelezen dat hele dorpen weggevaagd zijn na het bereiden van brood met graan met moederkoorn.
Haver?




















Nu alleen. 's Avonds weer vissen want de schemer is een goede tijd om te vissen zeggen ze. Helaas weer geen succes. Ik zie wel een stille jager vliegen. Ik denk een bosuil, maar weet het niet helemaal zeker. Ik kon z'n ogen niet goed te zien. Zijn ze zwart dan is het een bosuil. En er zaten geen pluimpjes op z'n hoofd dacht ik. Gaaf. Ik vind het jammer dat ik ze hier bijna nooit hoor roepen. In Schotland hoorde ik ze om de haverklap. Misschien is Nederland te plat waardoor het geluid gedempt wordt door vegetatie? Moe ga ik rond tienen naar bed.

Dag 3. Wat een fijne nacht. Bijna niet wakker geweest. Ik voel me verkwikt en ga direct aan de slag. Eerst brood bakken en daarna water zuiveren uit plassen in de sporen van een harvester. Er kan weggelekte olie in zitten. Ik vertrouw op het zelfreinigend vermogen van de grond. Heb wel eens gehoord dat sommige bacteriën makkelijk een litertje olie per jaar aankunnen. Wel zuiver ik het in m'n zelfgemaakte waterfilter van reuzenbereklauw, mos, zand, en kooltjes uit het vuur. Het water heeft een rode tint. Dat zal oxiderend ijzer zijn uit de klei. Ik krijg het met de filter er niet helemaal uit. Een zakje zout van D. door de meel voor bannock geeft meer smaak. Top!
Wat zijn de prioriteiten: hut verbeteren, water zuiveren en eten regelen. Ik krijg een idee voor een nieuwe pothaak. Ik maak een ligger die zo hoog is dat er rechtop onderdoor kan. Aan de ligger maak ik een lange pothaak. Ik kan nu vrij rond lopen. En ik maak een zitplek met een boom als rugleuning. De boom heeft toevallig een kromming de goede kant op. Ik kan nu relaxt zitten en tegelijk de pothaak bedienen en hout op het vuur leggen. Wat een comfort.

Een aan het "plafond" hangende pothaak.


























Daarna riet halen uit een bijna droge sloot. Ik snij een smalle gang door de rietjungle en waan me in het oerwoud. De oogst valt niet op vanaf de kant gezien. Na noeste arbeid is het tijd voor rust. Ik loop een klein rondje. Ik tref iemand, S., die bioloog is en bushcrafter blijkt te zijn. Ik nodig hem uit en geef hem zelfgebrouwen thee van sitkaspar. Inmiddels een soort rooibos omdat het al even gepruttelt heeft. Hij vindt de thee oke. Ik ook. We praten een uur over natuur en bushcraft. Nadat hij vertrokken is ga ik een zijwand van de hut vernieuwen. De nieuwe rietmethode werkt. Het ziet er goed uit. Geweldig!

De nieuwe zijwand in wording.  
Vervolgens het kamp opgeruimd en 's middags op jacht naar vis, planten en fruit. Ik vind kruiden en neem vlierbes mee. Vlier is m'n enige fruit deze dagen. De gekookte wortels van de pastinaak zijn eigenlijk te ver heen. Het binnenste is sterk verhout. Dat gebeurt rond deze tijd als ze bloeien. Het buitenste randje is nog zacht. Ik sabbel het eraf tijdens het vissen. Maar de vissen doen weer niet leuk mee.
Het is nu echt vies warm. Even later gaat het regenen. Terug bij de hut blijft het lang nadruppelen terwijl de regen gestopt is. Ik maak vlierbessensap. Ik gebruik geen suiker, ben benieuwd hoe het zonder smaakt. Het is oke. Als avondeten maak ik bannock en een gevulde tomatensoep met weegbree, smeerwortel en een zakje instant van D. De kruiden zouden helpen tegen verkoudheid lees ik in m'n survivalboekje. Warm eten en medicijn tegelijk.
Het is roeien met de riemen die je hebt. Ik mis een tweede koopotje. Eten koken en water zuiveren gaat niet tegelijkertijd. Het lijkt een warmere nacht te worden dan gisteren. Ik ga m'n slaapzak in.

Dag 4. Goed geslapen. Energiek kom ik van bed af. Tijdens het ontbijt komt een eekhoorn langs gehuppeld. Geweldig! Wat een mooie start van de dag. Mijn prioriteiten zijn hetzelfde als gisteren: hut verbeteren en water en eten regelen. Na het ontbijt ga ik aan de slag. Riet snijden. De bovenkant van de lean to is minder waterdicht dan ik dacht. Ik ga de bovenkant versterken met nieuw riet.

Een nieuwe randafwerking van riet. 




















's Middags er op uit om planten te zoeken. Het paardenbloemblad is bitter maar de stengels van ridderzuring zijn fris en fruitig. Dat compenseert weer. Verder pluk ik blad en bloemknoppen van weegbree en klein hoefblad. Ik maak er soep van en doe er een paar regenwormen bij voor de proteïne.
Ik realiseer me dat dit een duurzame manier van leven is. Ik consumeer middelen die vanzelf weer aan- of opgroeien. Het meeste afval is biologisch afbreekbaar. En er komt bijna geen vervuilend transport aan te pas omdat ik deze dagen veel zelf uit de natuur haal. Aan de andere kant, het stoken van een vuurtje maakt het vast minder duurzaam. Maar ik hou het klein en 's nachts gaat ie uit. Meestal een stervuurtje want daar is weinig brandstof voor nodig. En ik kan er bij weg om iets anders te doen, zonder dat het meteen uitgaat. Zo'n duurzaam, zelfredzaam leventje is wel hard werken.
Het is bijna rond drieën. Er komt onweer aan. Over anderhalf uur komt M. me halen. Ik pak m'n rugzak en doe nog een rondje. Even kijken bij het water en naar de dreigende wolken. Ik eet de snicker op en loop naar het rendezvous. Net voor de regen aan spring ik in de auto.