zondag 5 april 2015

Reisverslag: met Pasen naar de hut deel 2

In de namiddag kom ik aan. Prioriteit één: brandhout regelen. Er staat veel jonge beuk met dood hout op plukhoogte. Op deze plek: the best in business. Droog, makkelijk te krijgen en het brandt goed. Beukenhout heeft een hoge calorische waarde. Een armvol takken en twee polsdikke stammen is genoeg.

Mijn hutje in het bos.
Prioriteit twee: water halen. Op naar de tap. Dit is een sloot die alleen in het voorjaar stroomt. De sloot watert alleen een stuk bos af, voor zover ik dat kan nagaan (zie voor dit soort zaken de legger van het waterschap). Ik ga er vanuit dat er geen troep in zit zoals resten van bestrijdingsmiddelen of afvaldumpingen.

In mijn zoektocht naar brandhout en drinkwater verzamel ik groente. Ik ben benieuwd wat er nu aan eetbaars te vinden is. Ik vind smeerwortel, kleefkruid en klis. De wortels van de klis zijn - wonder boven wonder - makkelijk op te graven. Twee jaar geleden was ik hier behoorlijk aan het hakken met mijn graafstok (zie ander artikel in dit blog: vijf-dagen-leven-van-het-land.html) om de wortels te krijgen. Misschien is de grond losser geworden door mijn gewroet van toen. Ik bedenk me dat ik een boer geworden ben. Niet een boer die zaait. Een boer die het land bewerkt en de oogst oogst binnen haalt.

Onderweg naar de watertap vind ik kleefkruid, smeerwortel en klis(wortel).
Bij een kampeerterreintje vind ik een bataat. Achtergelaten door een argeloze kampeerder. De bataat gaat mee. Misschien kan ik er iets mee.

Het is avond, het wordt donker, ik steek het vuur aan. Het water is aan de kook. Tijd om de tortillas te maken. Hoe? Meel (bloem) en water mengen en dit deeg zo dun mogelijk aanstampen met je vuisten. Daarna kort verhitten in de koekenpan. Dan de vulling erop: makreel (uit blik), en de vooraf gekookte smeerwortel, kleefkruid en klis. Prima te eten! En dan komt de slaap.

Als het donker wordt maak ik gevulde tortillas. 
De volgende ochtend vroeg uit de veren. Ik weet niet hoe laat want ik kijk niet op de klok. Het voelt niet goed om in deze omgeving met seconden, minuten en uren bezig te zijn. De natuur bepaalt mijn ritme. Ik zie de sterren en de maan. Ik weet dat het vroeg is maar het is al aan het lichten. Het is ochtend. Dat is voldoende.

Ik ga er op uit en kom van alles tegen. Drie damherten in de ochtendzon. Het lukt om een snapshot te maken. Een nietsvermoedende reebok die z'n territorium markeert; hoefgeschraap en kopwrijven tegen jonge boompjes; wat een venijn! Mooi om dit eens van dichtbij te zien. Meestal heeft het ree jou eerder door dan andersom. Ik wacht een poos voordat ik verder ga. Ik laat de bok z'n gang gaan. Ik wil hem niet verstoren.
De volgende ochtend: damherten tijdens een wandeling.


Terug bij de hut steek ik het vuur aan om een ontijt te maken. Ik kook de bataat met wat brandneteltoppen. Dit is mijn ontbijt. Het smaakt goed.

Ik doe een test. Het is een alternatief voor sokken. Voetlappen (hydrofiele luiers). Ze blijven goed zitten tijdens de wandeling terug naar de auto. En met 27 kilo op de rug want ik neem klei mee voor de plantjes thuis.

De zon komt op. Misschien wel het mooiste moment van een dag.

Een testje. Blijven voetlappen net zo goed zitten als sokken? 



Meidoorn loopt uit. Nu het allerlekkerst.